Na een voorspoedige vlucht naar Kathmandu en een aansluitende binnenlandse vlucht naar het warme en zonnige Pokhara, stond Paul mij aan de luchthaven op te wachten.
Aangekomen in ons rustig hoofdkwartier Pun House, nam ik mijn intrek in mijn vertrouwde kamer met uitzicht op drie +8000m bergen waarna wij aan de slag konden met het inventariseren van het materiaal, de voorraad medicatie aanvullen en een planning maken voor de – wellicht drukke- komende dagen.
Het was de periode van Dashain (het jaarlijkse groot festival en grote vakantie) waarbij de meesten vertrekken op familiebezoek, en er waren weinig dragers te vinden.
We hadden een hoop mee te sleuren, te voet gaan was geen optie, dus besloten we ’s anderendaags vroeg te vertrekken met al ons materiaal in de auto naar Beni. Van daaruit konden we met de hulp van Deepak en zijn tractor in een uur of zes Chitre bereiken. Een helse tocht in de laadbak van een tractor is geen lacheding, en zeker niet voor herhaling vatbaar. Het was al een tijd donker toen we aankwamen.
Na een heerlijke dal-bhat, het dagelijkse warme maal van de Nepalezen, doken wij weer welgemutst onder de dons.
De volgende dag brachten wij de medische post in orde, vulden de voorraden aan en vlogen we erin want ondertussen kwamen zich reeds patiënten aanbieden.
Ik heb er 9 dagen gewerkt, met weer een grote toevloed van patiënten, zelfs uit dorpen op 6 uur wandelen afstand (en op en neer!). Het was weer hollen van de tandartsstoel naar de consultatieruimte. Gelukkig was er Ganga, de verpleegster, om een beetje te dirigeren en ’s middags was er Didi (lokale vertegenwoordigster en oudste zus van Nita) om mij van een soepje te voorzien.
Een meevaller: de stroomvoorziening is verbeterd, zodat er maar af en toe een hiaat valt in mijn werkdag. Sowieso hadden we voor de zekerheid onze Honda-generator meegebracht.
Na dit medisch kamp keerden we terug naar Pokhara met de bus van Deepak, diezelfde bus die een week nadien zou crashen wegens defecte remmen en waarbij Deepak zijn beide benen brak. Oef, ben ik daar gelukkig aan ontsnapt (Deepak is trouwens na maanden nog aan het revalideren).
In Pokhara een dagje rust, en dan voor 2 dagen naar Kalika, een dorp hoog boven Pokhara. Mooi gelegen in de bergen rond Pokhara, met machtige vergezichten op de Annapurna-keten.
Ik, werd warm ontvangen door het dorpscomité. De mensen stonden reeds aan te schuiven aan de medische post en na de nodige welkomstspeeches en bloemenkransen kon ik aan de slag.
In twee (zware) dagen heb ik er een honderdtal patiënten verzorgd. Gelukkig had ik er assistentie van een jongeman die wat Engels verstond, maar je voelt toch het ontbreken van een goede verpleegster of assistente. Het meeste werk bestond uit tandzorgen, maar gezien het grote aantal patiënten kon ik slechts basiszorg verlenen en moest ik dus mijn planning veranderen.
Paul, onze voorzitter was ondertussen afgereisd naar Jutpani, een klein dorpje in het zuiden om een en ander voor te bereiden en de omliggende dorpen in te lichten van mijn komst.
De volgende morgen ben ik hem met de jeep achterna gereisd. Een lange rit over erbarmelijke wegen naar het heel warme zuiden, in de omgeving van het beroemde natuurpark Chitwan. Ik belandde er in een klein ruraal dorpje, waar bijna uitsluitend overlevingslandbouwers wonen. Het is er de rust zelve en Paul is reeds de werken aan het waterproject aan het controleren. Himalayan Projects bouwt hier namelijk een pompinstallatie op zonne-energie om het dorp van drinkbaar water te voorzien.
Na de lunch, konden we ons installeren in een huis in aanbouw en begonnen we te werken. Hier ook weer een toevloed van patiënten, en zo was het donker eer we terugkeerden naar Sauraha om logies te zoeken. Twee jongedames met redelijke kennis van Engels stonden mij de gehele tijd bij, wat een hele, geapprecieerde hulp was.
De volgende dag: vroeg terug naar Jutpani en de ganse dag doorwerken. We konden een 85-tal patiënten verzorgen. Het was er niet gemakkelijk werken: de hitte, geen medische stoel (vergeten mee te brengen), werken in een onafgewerkt huis zonder toilet nabij.
Gezien de lange weg terug ruimden we rond 4 u alles op en reden naar Sauraha. De volgende dag stond er een rit van 8u op het programma naar Pokhara, waar we ’s avonds laat toekwamen na nog enkele “op het nippertje” bijna-contacten op de weg met camions met één of geen lichten. De volgende dag ben ik naar Kathmandu gevlogen om een groep vrienden en sponsors op te pikken die een inleefreis maakten om de projecten van Himalayan Projects die ze steunen te bezoeken.